Gratis toegang trekt niet veel extra kinderen naar musea. Ook gratis vervoer erheen zet weinig zoden aan de dijk. Musea moeten gewoon aantrekkelijk zijn voor jong publiek als ze meer kinderen willen trekken.
Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van de Nederlandse Museumvereniging. De resultaten worden vandaag gepresenteerd aan staatssecretaris Zijlstra van cultuur. Het onderzoek vloeit voort uit de beslissing van de Tweede Kamer in 2009 om musea gratis toegankelijk te maken voor kinderen tot en met twaalf jaar. Maar toenmalig minister Plasterk (onderwijs, cultuur en wetenschappen) wilde eerst nog eens goed laten onderzoeken of gratis toegang, waarvan de kosten werden geraamd op 9 miljoen euro per jaar, wel echt leidt tot meer museumbezoek van kinderen. Schattingen kwamen uit op een toename van 100.000 tot 200.000. Waren er geen effectievere stimuleringsmaatregelen te bedenken?
Achteraf is dat een wijs besluit, blijkt uit het onderzoek van de Museumvereniging. Toch is de uitkomst dat prijs noch vervoer doorslaggevend is bij de keuze van het museum opmerkelijk. In Rotterdam bijvoorbeeld vervoert sinds 2008 de Turingmuseumbus scholieren uit Rotterdam en omstreken gratis naar Museum Boijmans Van Beuningen, dat bovendien voor bezoekers tot en met achttien jaar gratis is. Sindsdien is het aantal leerlingen dat Boijmans bezoekt, gestegen met 46 procent.
Volgens Deirdre Carasso, hoofd educatie en publieksbegeleiding bij Boijmans, geven scholen aan dat deze service hun museumbezoek zeer vergemakkelijkt. "Voor ons is het heel duidelijk dat er een onmiskenbaar verband is tussen de stijging van het aantal leerlingen dat het museum bezoekt en de museumbus." Maar met alleen een gratis bus ben je er niet, benadrukt ze. "Het onderwijsprogramma moet ook aantrekkelijk zijn voor kinderen."
Voor individuele musea kan gratis entree of vervoer positief uitpakken, zegt Bert Boer van de Museumvereniging. "Maar op nationaal niveau heeft het weinig effect. Schoolkinderen uit Schiedam die nu gratis naar Boijmans worden gereden, gaan niet ook nog eens naar het museum in Schiedam dat ze eerst bezochten. Het leidt tot verschuivingen in museumbezoek, maar landelijk gezien amper tot hogere bezoekcijfers."
De kosten zijn bovendien zo hoog, dat je beter kunt kiezen voor andere maatregelen. Simpel gezegd komen die erop neer dat een museum gewoon leuk moet zijn voor kinderen en dat het moet aansluiten bij de lesprogramma's van scholen. Daarnaast is een online platform als Tikkit kansrijk gebleken. Daarbij komen kinderen gamend in contact met museumschatten.
Na driekwart jaar is al 40 procent van de basisscholieren van groep 4 tot en met 8 bereikt. Boer: "Onze ambitie is dat in 2015 80 procent van de schoolklassen minimaal één keer per jaar een museum bezoekt. Nu is dat 61 procent."
Toch groeit het museumbezoek ondanks duurder kaartje. Het Centraal Bureau voor de Statistiek constateerde in 2009 dat een museumkaartje in tien jaar tijd 70 procent duurder is geworden. Tegelijkertijd meldde de Nederlandse Museumvereniging dat de kaartverkoop van musea gestegen was van tien miljoen in 2003 naar veertien miljoen in 2008. Volgens de Museumvereniging komt dat vooral doordat musea aantrekkelijker en publieksvriendelijker zijn geworden. Een bezoek aan het museum is ook nog steeds een redelijk goedkoop uitje. Jaarlijks krijgen alle Nederlandse musea nu naar schatting ruim twintig miljoen keer bezoek, waarvan 3,2 miljoen van kinderen in gezins- en schoolverband

Geen opmerkingen:
Een reactie posten